Boosheid als sleutel tot zelfliefde
Gerrit Gielen
Er is in onze wereld een taboe op boos zijn. Niet onbegrijpelijk, boosheid wordt immers geassocieerd met geweld, agressie en woede uitbarstingen. Een wereld zonder boze mensen lijkt een veel betere wereld te zijn dan de huidige. Vooral vrouwen leren hun boosheid te onderdrukken. Een meisje hoort lief, zorgzaam en begrijpend te zijn.
Natuurlijk is het zo dat geweld en agressie verwerpelijke zaken zijn, maar is het daarom ook slecht om een keer gewoon boos te zijn? Waarom worden we eigenlijk boos? Waarom bestaat dat gevoel?
In dit artikel wil ik uitleggen waarom boosheid zo’n belangrijke emotie is. Er loopt een weg van boosheid naar zelfliefde die ik hier in een aantal stappen beschrijf.
Je mag boos zijn
Mensen kunnen om allerlei redenen boos zijn. Om iets wat lang geleden gebeurd is, om iets wat ze op televisie zien, om iets wat ze menen te weten over anderen – maar primair is boosheid een natuurlijke reactie als iemand over je grenzen heen gaat. Je hebt jezelf lief, je respecteert je zelf – dus reageer je heel duidelijk naar een ander toe als die als die dat blijkbaar niet doet en over je grenzen heen gaat. Met andere woorden: natuurlijk geuite boosheid komt voort uit liefde: liefde voor jezelf.
Het gaat fout als die basis van liefde voor jezelf ontbreekt. Juist als liefde voor jezelf ontbreekt, laat je over je grenzen heen gaan. De boosheid die je als reactie daarop voelt, wordt door iemand zonder zelfliefde vaak als negatief gelabeld, dus onderdrukt en deze gaat zich dan ophopen. Dat kan uiteindelijk leiden tot een gewelddadige uitbarsting, maar ook tot een permanente donkere wolk in het innerlijk. Een staat van voortdurende wrok, bitterheid of depressie is het gevolg. Veel mensen verkeren in die toestand.
Het herstel begint met het inzicht dat geuite boosheid in eerste instantie een teken van zelfliefde is. Boosheid vertelt jou dat jij over je grenzen heen hebt laten gaan. Het is belangrijk om die boosheid op een duidelijke, maar niet agressieve manier te uiten naar de ander die dat doet. Dat is niet alleen belangrijk voor je eigen geluk, maar ook voor die ander: iemand die voortdurend over de grenzen van anderen heen gaat kan nooit gelukkige, evenwichtige relaties met zijn medemens opbouwen.
Kom tot het inzicht dat je boos mag zijn, dat het een gezonde en heel menselijke emotie is. Een emotie die nodig is om je hier als liefdevol mens te kunnen manifesteren.
Boosheid uiten
Stel dat je geaccepteerd hebt dat je boos mag zijn. Hoe leer je dan die boosheid te uiten? Gevoelige mensen klagen er vaak over dat de boosheid er niet is op het moment dat het nodig is. Dan zijn ze te veel onder de indruk van wat er gebeurt, van de ander die over hen heenloopt. De boosheid komt dan te laat en dan denken ze: ach laat maar, het is al voorbij, ik heb nu niets meer aan die boosheid.
Er zijn dan drie dingen die je kunt doen.
1. Uit de boosheid alsnog
Maak om te beginnen voor jezelf heel helder waarom je boos bent. Schrijf het desnoods op, kort en krachtig. Het is belangrijk dat het voor jezelf heel duidelijk is waarom je boos bent; hoe duidelijker het is voor jezelf, des te duidelijker kun je het ook overbrengen aan de ander. Meestal is het zo dat degene die over jouw grenzen is heengegaan niet uit jouw leven is verdwenen. Kom er dan op terug, ga alsnog de confrontatie aan. Vaak denk je: het is al voorbij en het was niet zo belangrijk – dat is niet zo, dat zijn uitingen van angst voor de confrontatie. Zie die angst eerlijk onder ogen.
Zie de boosheid in je als een kind dat je serieus moet nemen. Door alsnog de confrontatie aan te gaan, neem je dat deel in jezelf serieus. Het heeft zelfs voordelen als je er even mee wacht, je kunt dan duidelijker en helderder formuleren waarom je boos bent. En wellicht is de ander ook tot rust gekomen. Maar stel het niet te lang uit.
2. Bereid je voor op een confrontatie
Vaak weet je al van te voren dat er een confrontatie zit aan te komen. Een belangrijke vergadering waarin je je standpunt moet verdedigen, een stevig gesprek met je partner of je kinderen over een onderwerp wat je eigenlijk al lang dwars zit.
Je kunt je dan voorbereiden. Oefen heel duidelijk wat je wilt zeggen. Ook is het heel zinvol het hardop te zeggen als je alleen bent. Je keel went dan vast aan het uitspreken van die energie. Het gaat dan makkelijker als het moment daar is.
Het is ook een belangrijk signaal naar jezelf. Door je voor te bereiden geef je aan dat je boos mag zijn, dat je ruimte mag innemen voor jezelf, dat het boze kind in jezelf er ook bij hoort.
3. Ga na wat er gebeurd zou zijn als je je boosheid wel geuit zou hebben.
Je kunt dit in je fantasie oefenen, maar ook als een toneelstukje spelen als je een keer alleen bent.
Gevoelige mensen die moeite hebben met het uiten van hun boosheid hebben vaak een vertekend beeld van hun medemensen: die zijn autoritair, zelfverzekerd en hebben hun argumenten onmiddellijk klaar. Zichzelf zien ze zich daarentegen als onzeker, kwetsbaar en nooit goed in staat om de juiste argumenten voor hun standpunt te vinden. En dus kun je beter de confrontatie niet aangaan; je kunt die immers toch niet winnen.
Zo is het echter niet; we zijn allemaal kwetsbaar en onzeker, we hebben allemaal een innerlijk kind dat behoefte heeft aan warmte en liefde.
Door het uiten van je boosheid in je fantasie te oefenen – waar alles mag – kun je dat een plaats geven. Neem in je fantasie de moeite om die ander, waar je boos op bent, als mens in zijn kwetsbaarheid te zien.
Vaak worden we ook gekwetst door onze interpretatie van de woorden van een ander en heeft die ander dat helemaal niet zo bedoeld. Door in je fantasie, of in het echt, eens alle rollen te spelen ga je beter de kwetsbaarheid en de bedoelingen van die ander beseffen.
Je gaat dan ook zien hoe je die ander het best kunt bereiken. Vaak werkt het het beste als je het kind in de ander ziet en je tijdens het uiten van je boosheid ook richt tot dat kind.
Mensen zijn in het algemeen niet zo rationeel als ze zich voordoen. We hebben allemaal in ons een kind dat gezien en gehoord wil worden. Het is vaak ook dat kind dat de grenzen van een ander niet respecteert en dat mag daarop best wel eens aangesproken worden.
In je fantasie kun je oefenen met het leren zien van het kind in de ander en dat kind direct aanspreken.
Als je dit zuiver doet, zul je merken dat het daadwerkelijk effect heeft op de ander. Onze fantasie zit namelijk niet alleen in ons hoofd. Innerlijk zijn we verbonden met elkaar. Door het innerlijk serieus uitwerken van je boosheid, waarbij je in je fantasie de ander echt als mens een plaats geeft, gaat er daadwerkelijk iets energetische stromen tussen jou en de ander.
Het is daarbij natuurlijk wel heel belangrijk dat je in je fantasie die ander echt ruimte geeft en niet eindeloos allerlei verwijten blijft herhalen. Dan ontstaan er malende gedachtes in je hoofd die nergens toe leiden. Stel je de ander voor, spreek je boosheid uit, en geef dan in je fantasie de ander de ruimte om te reageren, en kijk wat het met hem of haar doet. Zie de reactie van het kind in de ander.
Het is mogelijk om boosheid naar een ander op te lossen op het innerlijke vlak; soms is dat de enige weg omdat de mensen waar we boos op zijn er niet meer zijn. Maar dat kan alleen als je bereid bent die ander echt ruimte te geven in je innerlijke wereld. Innerlijke balans leidt tot uiterlijke balans. Misschien gedraagt het kind waar we steeds boos op zijn zich wel zo vervelend omdat we het niet zien met ons innerlijke oog.
Ruimte voor jezelf
Als je je boosheid eenmaal accepteert als een natuurlijke en gezonde kracht, die essentieel is om je eigen grenzen te handhaven, ontstaat er ruimte. Ruimte in jezelf, een ruimte waarin jij mag zijn.
Een tijdje geleden las ik een verhaal van de filosoof Nietzsche; hij las heel veel en beleefde dit heel intens. Op een bepaald moment werden zijn ogen zo slecht dat hij niet meer kon lezen. Verrassend genoeg was hij daar blij mee. Hij zei: lezen is het ik van een ander helemaal toe laten in je eigen ruimte, nu kom ik pas toe aan mijn eigen ik.
Boosheid richt zich vaak tegen duidelijke indringers van onze ruimte. Heel veel dingen komen sluipenderwijs binnen. Ze worden dan zo vanzelfsprekend dat we niet meer opmerken dat het indringers zijn.
Om een voorbeeld te noemen: waarom hebben mensen een bepaald geloof? Als je aan iemand vraagt waarom hij een bepaald geloof heeft dan zal hij ongetwijfeld allerlei argumenten aandragen. Het ware antwoord is meestal echter dat mensen een geloof hebben omdat hun ouders dat hadden. Kinderen nemen het geloof van de ouders over.
Onze innerlijke ruimte is in het algemeen gevuld met allerlei ideeën en overtuigingen die niet van ons af komen – en vaak ook helemaal niet in harmonie zijn met ons ware zelf. Ons ware zelf omvat bijvoorbeeld zowel het mannelijke als het vrouwelijke, als we dan een geloof verinnerlijken wat vrouwen en mannen als geheel verschillenden wezens ziet, dan onderdrukken we onszelf.
Heel veel mensen vullen hun innerlijke ruimte met allerlei ideeën en overtuigingen die het ware zelf afstoten.
Stel je je ware zelf eens voor als een prachtige stralende engel die boven je hoofd zweeft, laat nu die engel eens heel langzaam indalen. En voel dan eens waar in je lichaam nog opvattingen en overtuigingen zitten die de indaling belemmeren. Overtuigingen die je vaak heel onbewust hebt overgenomen van je ouders. Wordt nu eens boosheid. Zie je boosheid als een krachtig schoonmaakmiddel om je innerlijke ruimte te reinigen. Zet de ramen en deuren wagenwijd open en doe een grote voorjaarschoonmaak. Laat de engel die je bent helemaal toe.
De eerste overtuiging die je waarschijnlijk moet loslaten is de overtuiging dat jij het niet kunt of niet mag. Het geloof dus dat je niet de baas bent over je innerlijke ruimte.
Jij kunt het wel. Jij bent de baas over je innerlijke ruimte. De innerlijke ruimte is de plaats die jij van het universum gekregen hebt om te bewonen, en te vullen met je licht. Je boosheid is het instrument om die ruimte te beschermen en te reinigen.
Vraag je ook eens af: wie heeft er belang bij om jou te leren dat je niet boos mag zijn? Mensen die willen voorkomen dat jij je eigen innerlijke ruimte gaat gebruiken zodat jouw licht de wereld in gaat stralen. Trap daar niet in.
Nogmaals: jij bent daar de baas.
Jezelf liefhebben
Als je je bewust bent van de ruimte die je hebt, is het tijd om de volgende stap te zetten.
In jouw innerlijke ruimte gebeurt van alles: er zijn gedachtes, gevoelens, lichamelijke en zintuiglijke sensaties. Maar waar ben jij? Als bepaalde gedachtes of gevoelens er niet (meer) zijn, ben jij er nog steeds. Deze talrijke inhouden behoren wel tot jouw innerlijke wereld, maar jij bént ze niet; jij bent de ruimte zelf waarin dit alles voorbij stroomt: een bewuste, levende ruimte waarin het denken en voelen plaatsvindt. Wat er ook in die ruimte komt en gaat, de ruimte zelf blijft – jij blijft.
Als je je terugtrekt in die ruimte, jezelf niet langer identificeert met gedachtes of gevoelens in die ruimte, maar met de ruimte zélf, verandert er iets. Om te beginnen worden allerlei gewaarwordingen in die ruimte wat minder belangrijk, het tweede is dat er een innerlijke rust ontstaat. De ruimte zelf is stil – en nog iets anders: liefdevol. De innerlijke ruimte is ten diepste een veld van liefde.
De sleutel tot zelfliefde is uiteindelijk de ontdekking dat jij liefde bent.
Als je je bewust bent van die liefde, omring dan al die innerlijke gewaarwordingen, al die gevoelens – misschien ook wel lichamelijke pijn – met die liefde. Jij bent niet de pijn, jij bent niet de getraumatiseerde gevoelens; jij bent het veld van liefde. En kijk eens wáár in jezelf die liefde het hardst nodig is. Misschien is er een oud getraumatiseerd stuk uit een ver verleden. Laat het idee los dat dit veld van liefde alleen in het nu bestaat; dat is slechts het zoveelste idee waarmee jij jezelf beperkt. Het veld van liefde dat jij bent overstijgt tijd en ruimte, het kan uitreiken naar ieder moment, naar iedere plaats in het universum. Reik uit en omring het meest getraumatiseerde deel van jezelf met liefde.
Tot slot: je bemind voelen
Hoe vaak voelen we ons niet eenzaam en onbemind? Hoe is dit mogelijk terwijl we volgens alle spirituele leringen omringd worden door liefde. In allerlei channelingen en teksten komt het steeds weer terug: jullie worden eindeloos bemind. Waarom merken we daar zo weinig van, waarom voelen we al die liefde niet?
Het antwoord is omdat we onszelf niet liefhebben. Als je jezelf niet lief hebt, stoot je liefde af. Als je je verbergt voor het licht van de zon, zul je ook nooit de sterren zien. Op het moment dat je jezelf begint lief te hebben, begint te waarderen om wie je bent, al die zelfveroordeling eindelijk eens los begint te laten – zul je ontdekken dat er ook liefde voor jou bestaat.
Heel geleidelijk aan zul je een subtiele verschuiving waarnemen in de manier waarop je de wereld ziet. Je zult je meer bewust worden van alle liefde en vriendschap die er voor jou is in de wereld, en je minder gaan ergeren aan alle ‘fouten’ van anderen. Je zult meer genieten van het zijn in de natuur, en langzaam de liefde voelen die alles bindt.
Je zult omhoog kijken naar de sterren, het diepe mysterie voelen – en de liefde waaruit alles ontspringt. En je beseft dat er vanuit die bron van liefde ook liefde naar jou stroomt.
Heel geleidelijk aan zul je je ook bewust worden van meer subtiele energieën die jou omringen: gidsen die bij je zijn en jou onvoorwaardelijk liefhebben. Oude vrienden die jou nooit in de steek gelaten hebben; ze waren er altijd maar jij vergat hen.
Lezen over liefde is fijn, geïnspireerd schrijven over liefde heerlijk. Voor het werkelijk ervaren van liefde, voor het werkelijk toelaten van liefde in je leven, voor je werkelijk bemind voelen, is iets anders nodig – boosheid. Boosheid is nodig om ruimte te creëren voor je zelf.
Boosheid is nodig om je te bevrijden van alle energieën die jou weghouden bij liefde.
Boosheid is nodig om tot jezelf te komen en te ontdekken dat je liefde bent.
Boosheid is nodig om jezelf weer te openen voor de liefde die jou omringt.
En uiteindelijk is boosheid nodig om de liefde te kunnen uitdragen die je bent. Zonder af en toe boos te worden kun je nooit trouw blijven aan jezelf en zul je het contact met de bron van liefde die je bent vroeg of laat weer verliezen.
Jezelf toestaan boos te zijn is een daad van liefde naar jezelf.
Veel succes met liefdevol boos zijn!
© Gerrit Gielen