Innerlijk leiderschap door integratie van mannelijk en vrouwelijk
Gerrit Gielen
Innerlijk leiderschap: wat is dat?
Stel je voor: je ligt ’s nachts wakker in bed. Je wilt slapen, maar dat lukt niet. Er is overdag te veel stress geweest, je zit vol angsten en zorgen. In je hoofd blijft het maar malen. Je kijkt voortdurend op de klok. Daardoor komt er nog een zorg bij: dat je te weinig slaap krijgt. Het is je duidelijk: morgen zal ik me nog ellendiger voelen. Want wat ik nu voor mezelf wil – slapen – lukt simpelweg niet.
Op het moment dat je in bed ligt, heb je in feite weinig te maken met die stressvolle wereld. Je hebt immers, als het goed is, de juiste omstandigheden gecreëerd om je terug te trekken uit die wereld
Maar de stilte confronteert je des te sterker met je innerlijke wereld. Nu dringen je angsten zich in volle sterkte aan je op en lig je te piekeren en te malen. Je zorgelijkheid verhindert dat je ongestoord kunt slapen. En ook al wéét je dit, helpt dit weten je niet om tot rust te komen en de broodnodige slaap te krijgen.
Wat is er eigenlijk aan de hand? Je bent geen meester over je innerlijke wereld. Je angsten zijn de baas. Die bepalen je gedachten; en het zijn zorgelijke gedachten die de slaap bij je weghouden.
Innerlijk leiderschap wil niet zeggen dat je zonder angsten bent, maar wel dat deze angsten je niet domineren. Innerlijk leiderschap betekent dat jij bepaalt waar je gedachten over gaan. Het betekent dat je in staat bent er voor te kiezen om je gedachten op liefde te baseren, je af te stemmen op gedachten die de slaap niet afstoten maar juist toelaten. Het betekent dat je in staat bent je angsten onder ogen te zien en te zeggen: jullie zijn een deel van mij, jullie horen bij mij, maar jullie zijn niet mijn meester. Jullie zijn een deel van mij dat liefde nodig heeft.
Er is sprake van innerlijk leiderschap als je gedachten voortkomen uit je diepste bron – en die bron is liefde. Vanuit die bron ben jij, is jouw innerlijke wereld, het uitgangspunt. Gedachten die voortkomen uit een externe bron zoals prikkels of verwachtingen vanuit de wereld om je heen, hebben niet jou als uitgangspunt, maar iets buiten jou, een externe bron, die angst en spanning veroorzaakt. Daarmee geef je je macht uit handen.
Bij innerlijk leiderschap denk en handel je vanuit liefde. Maar wie is in staat op deze manier te denken en handelen? Zijn wij niet allemaal min of meer in de greep van onze angsten?
Hoe hebben we het innerlijk leiderschap uit handen gegeven?
Laatst hoorde ik iemand zeggen dat de tegenstelling tussen mannen en vrouwen zo groot is dat je dat kunt zien als een voorbeeld van dualiteit. Nu wordt dualiteit gedefinieerd als een situatie waarin twee krachten tegenover elkaar staan die niet tot elkaar te herleiden zijn. Uit het feit dat mannen en vrouwen beiden mens zijn, volgt al dat dit niet klopt. Als er werkelijk dualiteit tussen mannen en vrouwen zou bestaan, zouden ze nooit met elkaar willen trouwen.
In feite zijn de verschillen tussen vrouwen en mannen niet zo groot als vaak wordt beweerd. Als een meisje zich niet opmaakt of met kort geknipte haren rondloopt, wordt ze al gauw voor een jongen aangezien. Met kleding, haardracht en make-up worden kleine verschillen uitvergroot. Omdat meisjes bijvoorbeeld gemiddeld genomen iets grotere ogen en lippen hebben dan jongens, worden die verschillen via make-up benadrukt. Iets dergelijks kun je ook waarnemen bij de psychologische verschillen: of die nu aangeleerd zijn of niet, ze worden in ieder geval via de opvoeding gestimuleerd. Een kind heeft in zijn/haar verlangen naar goedkeuring en liefde sterk de neiging zich aan te passen aan de verwachtingen van zijn ouders. Als je tegen een kind zegt dat het een meisje is en dat meisjes zich op een bepaalde manier horen te gedragen, heeft dat ongetwijfeld invloed op het gedrag van dit kind.
Welke psychologische gevolgen heeft het als je aangeleerd wordt dat er sprake is van dualiteit tussen mannen en vrouwen? Je gaat dan een deel van jezelf beschouwen als vreemd, er niet bijhorend. Dit is ontwrichtend en ook absurd: als een rechtshandig mens die gaat geloven dat zijn linkerkant minder de moeite waard is, ongemakkelijk, en eigenlijk niet bij hem past. Stel je eens voor dat je door het leven gaat en alleen je rechterarm en –been gebruikt omdat jou als rechtshandige is aangeleerd dat het gebruiken van je linkerarm en –been slecht is. Eigenlijk is dit wat er met ons is gebeurd: we hebben ons zelf gehandicapt gemaakt.
Vanwaar deze benadrukking van de verschillen tussen mannen en vrouwen? Omdat dit een efficiënte manier is om kinderen, dus opgroeiende mensen, onder controle te krijgen, en ervoor te zorgen dat ze zich probleemloos voegen naar de rol die de maatschappij voor hen voor ogen heeft. Als je een mens, die van nature gericht is op het onderzoeken van het leven, het aangaan van avonturen en het doorbreken van grenzen, wilt veranderen in een gedweeë volgeling, is dit een doeltreffende methode.
Een kind moet volwassen worden. Het moet dit in een wereld, die van hem/haar verwacht dat het zich aanpast aan de energieën en machtsstructuren die in die wereld heersen. Tijdens de jeugd zit een kind een groot deel van zijn leven min of meer opgesloten in een schoolgebouw, waar het grotendeels oninteressante feiten moet leren. Naast al die feiten wordt het geacht op angst gebaseerde ideeën te verinnerlijken, ideeën die niets te maken hebben met zijn/haar diepste innerlijke werkelijkheid. Die werkelijkheid is er een van eenheid, maar het kind leert op school vooral veel over verdeeldheid. Die werkelijkheid is verbonden met liefde en overvloed, maar het kind leert allerlei zaken over strijd, tekort en oorlog. Waarheid is binnenin te vinden, maar het kind leert waarheid buiten zichzelf te zoeken, bij anderen die het zogenaamd beter weten; zo wordt het weggetrokken van zijn/haar innerlijke universum.
Ongetwijfeld is er in de afgelopen tijd veel verbeterd in het onderwijs: zo wordt het kind steeds meer gezien als individu, en worden zijn/haar unieke karakter en talenten meer centraal gesteld. Hoewel ik diep respect heb voor alle leraren die lesgevend vanuit hun hart kinderen iets bijbrengen, is er volgens mij in het huidige onderwijs iets structureel fout. Het feit dat er steeds meer kinderen rondlopen met een zogenaamd rugzakje, is naar mijn mening niet zozeer een teken dat er iets mis is met deze kinderen, maar met het onderwijssysteem.
Hoe is het misgegaan?
De oorzaak moeten we volgens mij zoeken in de manier waarop we kinderen benaderen als ze als nieuwe mensen in ons midden komen op aarde. Ze worden geboren als jongen of meisje. Van dat verschil zijn ze zich bij hun aankomst nog niet bewust. Ze bevinden zich nog in een wereld waarin ze geen verschil ervaren tussen henzelf en de hen omringende wereld. Het heel jonge kind bevindt zich nog uitsluitend in de ziele-wereld en is voor zijn fysieke bestaan afhankelijk van de hem/haar omringende wereld, meestal zijn fysieke ouders. Die verwelkomen hun kind: een jongetje of een meisje.
Het probleem is dat de nieuwgeborene niet gezien wordt als een wezen met mannelijke en vrouwelijke eigenschappen, die zich beide vrijelijk mogen ontwikkelen. Bij mannelijke eigenschappen kun je denken aan innerlijk vuur, levenslust, originaliteit, de drang naar avontuur en het verlangen naar vernieuwing. Bij vrouwelijke aan empathie, intuïtie, zorgzaamheid en contact met de bron. Zolang beide soorten eigenschappen zich vrijelijk mogen ontwikkelen in het opgroeiende kind, zal het vol zelfvertrouwen het avontuur van het leven aangaan.
Een op de ziel gebaseerde opvoeding zal hier niet alleen rekening mee houden, maar dit als uitgangspunt nemen en het kind voldoende ruimte geven om te leren wat het wil leren. Een kind dat vanaf het begin in zo’n leefklimaat opgroeit, behoudt het contact met de eigen intuïtie en voelt daardoor beter aan wat goed voor haar of hem is om te leren.
De opvoeding en schoolwerkelijkheid zijn momenteel nog ver van dit ideaal verwijderd. In het huidige systeem is er slechts sprake van beperkte vrijheid. Het is nog steeds een op angst en controle gebaseerd systeem waaraan zowel het opgroeiende kind als de leerkrachten zich moeten onderwerpen.
Het opgroeiende kind wordt geleerd een deel van zichzelf te verwerpen. Dat gebeurt onder meer door (subtiel of impliciet) te benadrukken dat het een jongetje of een meisje is, en dat afwijkend gedrag niet wenselijk is. Zeker in veel niet-westerse delen van de wereld geldt meisjesachtig gedrag voor een jongen nog steeds als verwerpelijk en omgekeerd wordt jongensachtig gedrag in meisjes niet gewaardeerd. In het westen is er meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar is er nog steeds een forse inhaalslag te maken als het gaat om het toelaten van de vrouwelijke energie in de opvoeding en in het onderwijs. Een werkelijk gebalanceerde benadering zou betekenen dat er veel meer ruimte komt voor de intuïtie en het contact met de eigen belevingswereld van het kind en het stimuleren van deze vrouwelijke kwaliteit in zowel jongens als meisjes.
Zover is het nog niet. En op het moment dat een kind werkelijk het krankzinnige idee van dualiteit tussen mannen en vrouwen heeft verinnerlijkt, heb je het vanuit de oude structuren gezien precies daar waar je het wilt hebben.
Is het een jongen, dan zal hij de natuurlijke en intuïtieve band met de wereld om hem heen verliezen. De omringende wereld wordt dan al snel als vijandig beschouwd. En dus is er bescherming nodig, bescherming van autoriteiten. En die krijgt hij, op voorwaarde dat hij zich aan hen aanpast.
Is het kind een meisje, dan wordt door het afstoten van het mannelijke deel de ik-kracht verzwakt. De emphatische en intuïtieve vermogens, de natuurlijke spirituele inzichten, mogen niet gebruikt worden om het eigen ik te voeden, maar horen in dienst te staan van anderen. Een meisje dat heel empathisch en gevoelig is, denkt dat het zich vooral moet aanpassen en ‘dienstvaar zijn’, dat wil zeggen zich beperken tot gedragingen die misschien wel helemaal niet aansluiten bij haar innerlijk. Dat heet dan: de harde werkelijkheid accepteren. Ze heeft geen keuze, en omdat haar kracht haar ontnomen is, is ze niet meer in staat om die werkelijkheid liefdevol te transformeren.
Als je een deel van jezelf verstoot, ontstaat er een leegte; die leegte zal zich vullen met angst. En die veroorzaakt weer op angst gebaseerde gedachten die je handelen steeds meer gaan bepalen, met als gevolg verlies van innerlijk leiderschap. Door dit verlies ligt de weg open voor misbruik door anderen. Door verinnerlijking van de dualistische denkwijze zal het ene geslacht het andere als wezensvreemd gaan zien en proberen te overheersen.
Aan de heersende disbalans tussen de geslachten ligt de onderdrukking van het kind ten grondslag.
Wil je van een kind een dociele volwassene maken, dan moet je het uit zijn/haar eenheidsgevoel halen. De daardoor ontstane innerlijke leegte bij het kind kun je dan vullen met angst; hiermee heb je een aangrijpingspunt om het te manipuleren.
Over het verlies van innerlijk leiderschap en het ontstaan van het geloof in de dualiteit tussen mannen en vrouwen kun je meer lezen in mijn artikel: Over vrouwen en mannen.
Hoe krijgen we innerlijk leiderschap weer terug?
We herstellen ons innerlijk leiderschap door bewust te gaan werken aan de wond die ons als kind is toegebracht. Belangrijk daarbij is natuurlijk het loslaten van ons eigen dualistische denken. Zie de leden van het andere geslacht als mensen die in wezen hetzelfde zijn, zij het met enkele, vanuit het eigen perspectief gezien over het algemeen prettige en aanvullende verschillen. Als gevolg van de opvoeding zijn die verschillen benadrukt en uitvergroot. Mensen van het andere geslacht zijn mensen net als jij met dezelfde wezenlijke verlangens en behoeften. Ze komen niet van een andere planeet, maar van de aarde. Als er werkelijk grote verschillen zouden zijn tussen mannen en vrouwen dan zou je verwachten dat er bij huwelijken tussen mannen en vrouwen veel meer wederzijds onbegrip zou zijn dan bij huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht. Dat blijkt dus absoluut niet waar te zijn.
Zolang je vasthoudt aan dualistisch denken met de bijbehorende stereotype vooroordelen zal de innerlijke wond niet genezen; je houdt die dan juist kunstmatig in stand.
Het volgende stappenplan kan je helpen de wond binnenin te genezen en te komen tot innerlijk leiderschap.
1. Bewustwording van het innerlijke kind
De eerste stap is je bewust te worden van je innerlijke kind. Voor die bewustwording is het belangrijk te beseffen dat in het universum op dieper niveau geen tijd bestaat. Het kind dat je was, bevindt zich nog steeds in jou, ook al ben je inmiddels volwassen. Het heeft een helend effect om opnieuw contact maken met dit kind, te voelen wat het vanuit zichzelf eigenlijk wil, zijn/haar behoeften na te gaan. Zo ontdek je weer wie jij bent.
De eerste stap op weg naar innerlijk leiderschap is het besef dat het kind dat je was niet is verdwenen. Het zit als het ware verstopt onder allerlei lagen van invloeden die er in de loop van de tijd overheen zijn gegroeid, een beetje te vergelijken met de jaarringen van een boom.
Kijk eens hoe de relatie van dit kind in jou is geweest met je ouders, met de omgeving in je jeugd.
Voelt dit kind zich thuis op aarde?
Wat wil het, wat zijn de dromen van dit kind?
En het belangrijkste: voelt dit kind zich thuis in jou?
Als dit niet het geval is, vraag je dan af wat je in jezelf en je leven kunt veranderen om er voor te zorgen dat dit kind zich beter thuis voelt in jou.
Een gelukkig innerlijk kind is een teken van innerlijk meesterschap.
2. Van innerlijk kind naar innerlijke tweeling
Als het contact met je innerlijke kind zich verdiept, zul je merken dat er iets ontbreekt. Het kind is namelijk alleen. Dit wordt vaak als vanzelfsprekend beschouwd: zo is het nou eenmaal, je hebt immers maar één innerlijk kind, en dus is dat kind alleen. Verder niets aan te doen: eenzaamheid, en de pijn die daar bij hoort, zijn gegevens, waarmee je te leven hebt; het is je feitelijke situatie als mens op aarde.
Dit is echter niet het geval. De ziel is een eenheid met een mannelijke én een vrouwelijke component, zoals je lichaam ook een rechter- én linkerkant heeft. Zodra het kind zich openstelt voor de energieën van deze wereld – iets dat vaak al voor de geboorte gebeurt – treedt er een splitsing op: de oorspronkelijke eenheid wordt een tweeling, een jongetje én een meisje. Door de dualistische ideeën van deze wereld wordt deze tweeling ontkend. Zodra het kind gedwongen wordt zich te identificeren met een van beiden wordt de andere helft van de tweeling als het ware verbannen. Wat overblijft is wat wij het innerlijke kind noemen: de helft van een tweeling.
Ga nu mediteren en samen met je innerlijke kind op zoek naar zijn/haar andere helft. Vaak zit die weggestopt in een donker kamertje.
Laat de kinderen elkaar ontmoeten en laat ze samen spelen. Zie hoe ze elkaar aanvullen en verrijken. Samen vormen ze een compleet mens. De mannelijke kant, het innerlijke jongetje, is vol zelfvertrouwen en enthousiasme. Het wil avonturen beleven, het universum ontdekken, grenzen doorbreken, vernieuwen, veranderingen aanbrengen. De vrouwelijke kant, het meisje, zorgt ervoor dat dit jongetje zich voortdurend verbonden voelt met het universum. Het meisje zorgt voor een voortdurend spiritueel zicht op wat waar is, zorgt ervoor dat de liefde van het universum voortdurend naar het jongetje stroomt. Het inspireert hem, en toont hem alles wat mooi en de moeite waard is in het leven.
Er is ook een voortdurende empathische relatie met de medemens en alles wat leeft.
Stel je voor dat ze af en toe samensmelten tot één mens. Voel hoe die mens meester over zichzelf is, en zijn of haar eigen pad kiest. Zie hoe die mens zijn/haar unieke licht naar de wereld brengt.
3. Het innerlijk huwelijk
Stel je nu eens voor dat die pas ontdekte helft van een tweeling in liefde opgroeit tot een mooie en wijze volwassene: zonder angsten en zorgen, vrijstaand in het licht. Dit is je innerlijke wederhelft.
Laat dan een ontmoeting plaatsvinden tussen jou en die ander. Er is dan misschien helemaal geen sprake van verliefdheid of sterke wederzijdse aantrekking. Wel ervaar je een diepe verwantschap, een vanzelfsprekend wederzijds begrip. Je voelt dat je gezamenlijke thuis zich eigenlijk in een andere wereld bevindt.
Door elkaar regelmatig te ontmoeten, ontstaat er een band. Iedere stap is vanzelfsprekend. Iedere stap nader tot elkaar leidt er toe dat je je van binnen minder leeg, minder eenzaam voelt.
Stel je nu het innerlijk huwelijk voor met die ander. Voel waar de gaten in jezelf zitten: plaatsen van angst. Het zijn precies die plaatsen die opgevuld worden. Voel hoe dit huwelijk jou transformeert tot een krachtig wezen van licht en liefde.
Dit innerlijke huwelijk is de incarnatie van jouw ziel op Aarde.
De laatste stap op weg naar innerlijk leiderschap.
Concreet
Terug naar het begin: je ligt wakker in bed en maakt je zorgen. Wat kun je dan concreet doen?
Denk dan aan het innerlijke huwelijk. Stel je voor dat het mannelijke en vrouwelijke samenkomen in je hart en daar een bron van liefde doen ontspringen. Voel die liefde.
Laat die liefde de basis zijn van al je gedachtes.
Denk vanuit liefde.
Liefdevol denken betekent dat je weet dat je leeft in een liefdevol universum dat jou probeert te helpen, dat altijd zorgt voor hulp op het juiste moment.
Liefdevol denken betekent dat je weet dat je nooit alleen bent, en dat er een hogere werkelijkheid is, een wereld van licht en liefde, waar jouw werkelijke thuis ligt. De aardse werkelijkheid met haar problemen en angsten is slechts een tijdelijk verschijnsel, in wezen niet echt.
Liefdevol denken maakt dat je weet dat alles van voorbijgaande aard is, en dat er aan het einde van de tunnel altijd licht is.
Liefdevol denken zorgt ervoor dat je weet dat dingen met een reden gebeuren, en die reden is: jou helpen met je groei. Jou helpen met het bereiken van innerlijk leiderschap.
Je ziel is mannelijk én vrouwelijk. Jij bent mannelijk én vrouwelijk. Besef dit, en laat je gespletenheid los.
© Gerrit Gielen
Tekstredactie: Ben van den Broek/ Pamela Kribbe